Visie en missie

Inleiding vrijeschoolonderwijs

De inspiratie van ons vrijeschoolonderwijs vindt zijn oorsprong in inzichten van de grondlegger van de antroposofie, Rudolf Steiner. In de dagelijkse ontmoeting met onze leerlingen, met de samenleving en met andere inspiratiebronnen, moeten deze inzichten voortdurend worden getoetst en verder ontwikkeld. Alleen dan kan vrijeschoolonderwijs werkelijk vernieuwend blijven. Tegelijk kent onze pedagogie een onvervreemdbare kern: dat is de gedachte dat ieder mens zijn eigen unieke levensweg gaat en zich daarbij laat leiden door allerlei motieven, vaak zonder zich daarvan bewust te zijn. In het algemeen zou ons onderwijs de opgroeiende mens moeten helpen om deze motieven te verhelderen en te ontwikkelen. Niet alleen de materiële, maar ook de ideële en sociale motieven. Alleen wanneer ons onderwijs volop aandacht besteedt aan de onderlinge samenhang tussen materiële, ideële en sociale motieven (de eigen idealen, het innerlijke richtingsgevoel, de behoefte ‘ertoe te doen’ en voor anderen iets te betekenen, etc.) zal de leerling met enthousiasme aan de slag gaan. Dan zullen bij de leerlingen voornemens kunnen ontstaan voor hun toekomstige bijdrage aan de samenleving.

  • Aan ons vrijeschoolonderwijs ligt een spirituele visie op de menselijke ontwikkeling ten grondslag. Deze ontwikkeling stopt niet bij het afronden van het onderwijs, al wordt daar wel de basis gelegd voor ‘een leven lang leren’.
  • Het is essentieel én kenmerkend dat ons vrijeschoolonderwijs en de onderwijsgevenden zich voortdurend ontwikkelen, in wetenschappelijke, spirituele en kunstzinnige betekenis. Iemand iets leren betekent dat je jezelf lerend opstelt.
  • De ontwikkeling van opgroeiende mensen verloopt volgens min of meer universele lijnen of leeftijdsfasen. Dit inzicht én de vermogens van de leerling geven vorm en inhoud aan het onderwijs.
  • Onderwijs is niet alleen een onderwijskundig-didactisch systeem, maar ook een gebied van de opvoedkunde. Deze opvoedkunde is echter evenzeer een opvoedkunst; de kunstzinnigheid daarvan kan in alle (school)vakken en in de dagelijkse ontmoeting met de leerlingen beoefend worden.
  • Onderwijs vindt plaats in een omgeving die open staat naar de samenleving en die voor alle deelnemers aan de onderwijsgemeenschap veilig is, in de ruimste zin van het woord. Dat vereist een klimaat van wederzijdse aandacht en waardering voor ieders kwaliteiten en tekortkomingen.
  • Wij willen dat onze visie concreet en praktisch vorm gegeven wordt in ons onderwijs.
  • Wij willen dat onze leerlingen een toenemend helder en veelomvattend beeld krijgen van hun eigenheid, hun voornemens en hun kwaliteiten.
  • Wij willen onze leerlingen primair als ‘gehele mensen’ aanspreken: op hun denken, hun gevoel en hun wil. De bijbehorende ‘ideale’ onderwijsinhoud laat zich samenstellen uit wetenschap, spiritualiteit en kunst; uit cognitieve, emotionele en sociale elementen. Dit betekent dat ons onderwijs niet alléén voorbereidt op een examen.
  • Wij willen dat onze leerlingen zich vanuit het schoolklimaat voldoende kunnen toerusten om kennis, vaardigheden en competenties op te doen, waarmee zij zich een bij hen passende, zelfbewuste en verantwoordelijke plaats in de samenleving kunnen verwerven. Daarbij zijn ‘zelfstandigheid’ en ‘sociale verantwoordelijkheid’ belangrijke speerpunten.

Wij willen onze leerlingen aanmoedigen tot een genuanceerd oordeelsvermogen, op basis waarvan zij tot innerlijk vrij en zelfstandig handelen kunnen geraken.