Karel de Grote College
Een van de opvallende kenmerken van het Vrijeschoolonderwijs is dat een deel van de meer theoretisch gerichte vakken in zogenaamde periode-vorm (drieweekse projecten) wordt gegeven. Dit betekent dat de leerlingen drie weken lang gedurende de eerste twee lesuren van iedere schooldag intensief met een onderwerp (vak) bezig zijn. Gedurende de zes, vijf of vier leerjaren blijven de leerlingen zoveel als mogelijk en wenselijk bij hun leeftijdgenoten in hun eigen klas. Uiteenlopende talenten worden ervaren, waardoor de leerlingen met verschillende mogelijkheden en eigenschappen leren omgaan. Vanaf de 9e klas worden de leerlingen voor al het onderwijs in niveaugroepen geplaatst op grond van een indicatie van het (verwachte) niveau: mavo (t/m klas 10), havo (t/m klas 11) en vwo (t/m klas 12).
De lesstof is een middel waaraan de jonge mens zich kan ontwikkelen. Niet alleen de exameneisen, maar vooral inzicht in de ontwikkeling van de mens bepalen het aanbod van vakken en vakinhouden. Dat heeft geleid tot opneming van vakken in het rooster die elders in het onderwijs niet of in geringe mate worden gegeven. Voorbeelden daarvan zijn: koorzang, euritmie: een bewegingskunst op gesproken woord en muziek (klas 7 t/m 10 en daarna als kunstspecialisatie), landmeten (klas 10), kunstgeschiedenis (klas 9, 10, 12), filosofie (klas 11), architectuur (klas 12), projectieve meetkunde (klas 11) en wiskundige geografie (klas 11).
Het Karel de Grote College biedt 3 afstudeervarianten (leertrajecten) aan.
- mavo (middelbaar algemeen vormend onderwijs / voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs, theoretische leerweg)
- havo (hoger algemeen vormend onderwijs)
- vwo (voorbereidend wetenschappelijk onderwijs)
Het Karel de Grote College mag en kan alleen de theoretische leerweg aanbieden. Dat komt rechtstreeks voort uit de examenlicentie die vrijescholen van de overheid hebben verkregen; het aanbod van alléén de theoretische leerweg heeft in beginsel niets met eigen keuzes te maken. Over alle leertrajecten zal op het moment, waarop dat nodig is, uitvoerige voorlichting gegeven worden op algemene ouderavonden. Hierin hebben onze decanen een belangrijke rol.
De vraag die door veel (aanstaande) ouders en leerlingen wordt gesteld gaat over de verblijfsduur op het Karel de Grote College. In het verleden was het min of meer vanzelfsprekend dat leerlingen tot het einde van de 12e klas vrijeschoolonderwijs volgden: ‘voor iedereen 12-jarig vrijeschoolonderwijs’. Noch dit uitgangspunt, noch het uitgangspunt dat leerlingen op grond van hun leertraject na een bepaald leerjaar zouden moeten uitstromen doet onzes inziens in deze tijd recht aan de ontwikkeling van de leerlingen. Daar willen we goed naar blijven kijken en een passend leertraject zoeken voor iedere leerling. Ook voor zogenaamde laatbloeiers moeten er mogelijkheden blijven om passend vrijeschoolonderwijs te volgen, mogelijk tot en met klas 12. Daarmee wordt: ‘voor iedereen 12-jarig vrijeschoolonderwijs’ tot: ‘voor iedereen vrijeschoolonderwijs op maat’ of ‘voor iedereen vrijeschoolonderwijs op niveau’!